Phase 10 spelregels

Ooit al gehoord van  Phase 10?  Phase 10 is een leuk uitdagend kaartspel waarbij je zo snel mogelijk alle fases moet doorlopen. Als je van een beetje spanning houdt is dit kaartspel zeker wat voor jou! Lees snel verder voor de Phase 10 spelregels.   

Aantal spelers: 2 tot 6 spelers
Leeftijd: vanaf 7 jaar
Duur: verschilt met hoeveel personen je speelt


Phase 10 spelregels

Phase 10 is ontworpen door Kenneth Johnson in 1982. Het oorspronkelijke spel werd uitgebracht door Mattel, een Amerikaanse speelgoedfabrikant. Het spel werd snel populair en er zijn sindsdien vele versies van het spel uitgebracht, waaronder een reeks kaartspellen, een reeks bordspellen, en een mobiele app.

De phase 10 spelregels hebben veel overeenkomsten met andere kaartspellen zoals Rummy, maar de "Phases" geven het spel een unieke twist. De Phases zijn specifieke combinaties van kaarten die de spelers moeten voltooien voordat ze kunnen eindigen met hun hand. De Phases worden aangekondigd voor elke ronde en worden steeds moeilijker naarmate het spel vordert.

Het spel is populair gebleven en is over de hele wereld verkrijgbaar, met versies in verschillende talen. Er zijn ook veel varianten van het spel, zoals Phase 10 Dice, Phase 10 Twist, en Phase 10 Junior.

In de afgelopen jaren is het spel ook beschikbaar als mobiele app, waarmee spelers kunnen spelen tegen andere spelers over de hele wereld. Dit heeft de populariteit van het spel alleen maar vergroot.


Doel van het spel

Het doel van Phase 10 is om als eerst de 10 fasen te doorlopen. In het spel wordt gespeeld met de waarden 1 tot en met 12 in vier verschillende kleuren.

Spelvoorbereiding

Kies een gever. De gever legt de overzichtskaart (met de 10 fasen) zo op tafel dat iedereen ze kan zien.

De gever schudt de kaarten en geeft iedere speler 10 kaarten, met de afbeelding naar beneden. De spelers mogen hun kaarten bekijken, maar niet aan de andere spelers laten zien.
De overige kaarten worden met de afbeelding naar beneden midden op de tafel gelegd. Dit is de pakstapel.

Keer de bovenste kaart van de pakstapel om en leg deze naast de stapel. Dit wordt de aflegstapel.
De speler links van de gever begint. Het spel wordt met de klok mee gespeeld.


Spelverloop

De speler die aan de beurt is, volgt deze vier stappen:

  1. Trek een kaart.
  2. Leg een fase neer (indien mogelijk).
  3. Leg kaarten aan bij andere fasen (indien mogelijk).
  4. Beëindig je beurt door één kaart op de aflegstapel te leggen.

Stap 1: een kaart trekken

Als je aan de beurt bent, moet de speler een kaart pakken van de pakstapel of de bovenste kaart van de aflegstapel. Voeg deze kaart toe aan de andere kaarten in je hand.

Stap 2: een fase leggen

Als je aan de beurt bent en je kunt met je kaarten een fase leggen, leg je de kaarten met de afbeelding omhoog op de tafel. Per ronde mag je maar één fase leggen. Tijdens de eerste ronde proberen alle spelers fase 1 te voltooien.

Wat is een fase?

Om een fase te behalen moet je in elke ronde een bepaalde kaartcombinatie spelen. Een fase is een combinatie van kaarten die bestaat uit sets, reeksen, kaarten met dezelfde kleur of een combinatie van sets en reeksen.

De 10 fases:

  1. 2 sets van 3 AAA + BBB
  2. 1 set van 3 + 1 reeks van 4 AAA + ABCD
  3. 1 set van 4 + 1 reeks van 4 AAAA + ABCD
  4. 1 reeks van 7 ABCDEFG
  5. 1 reeks van 8 ABCDEFGH
  6. 1 reeks van 9 ABCDEFGHI
  7. 2 sets van 4 AAAA + BBBB
  8. 7 kaarten met dezelfde kleur XXXXXXX
  9. 1 set van 5 + 1 set van 2 AAAAA + BB
  10. 1 set van 5 + 1 set van 3 AAAAA + BBB

Deze fases zitten ook bij de Phase 10 spelregels.

Een fase halen

  • De fasen moeten op volgorde worden gehaald, van 1 tot 10.
  • Je moet slechts één fase per ronde leggen.
  • Je moet de hele fase in je hand hebben voordat je je kaarten op de tafel mag leggen.
  • Een fase telt mee zodra je hem legt (je hoeft de ronde niet te winnen om naar de volgende fase te gaan).
  • Als het je niet lukt om voor het einde van de ronde een fase te leggen, dan moet je in de volgende ronde met dezelfde fase beginnen. Zo kan het zijn dat niet alle spelers in een ronde aan dezelfde fase werken.

Speciale kaarten

  • Keuzekaarten: je kan een fase uitspelen door een joker te spelen als nummer- of kleurenkaart. Je mag zoveel mogelijk jokers gebruiken als je maar wilt voor het leggen van een fase, zolang je maar één genummerde kaart gebruikt. Als een joker voor een fase is gebruikt, kan deze tijdens die ronde niet uit die fase worden gehaald. Wanneer de eerste kaart van de aflegstapel een joker is, mag de eerste speler die pakken.


  • Pestkaarten: Pestkaarten hebben maar één doel: een andere speler een beurt over laten slaan. Om een pestkaart te gebruiken, leg je deze tijdens je beurt niet op de aflegstapel, maar vóór de speler die je een beurt wilt laten overslaan. Deze speler moet de volgende beurt overslaan. Wanneer de overgeslagen speler aan de beurt is, legt die speler de pestkaart op de trekstapel. Dan is de volgende speler aan de beurt.


Stap 3: aanleggen

Na het leggen van een fase moet je proberen de rest van je kaarten weg te spelen, zodat je uit kunt gaan en de ronde voor iedereen kunt beëindigen. Dit doe je door kaarten aan te leggen. Zodra je je fase hebt gelegd, mag je een of meerdere kaarten aanleggen bij andere fasen die al op tafel liggen.

  • Je moet eerst je eigen fase halen. Daarna mag je pas kaarten aanleggen.
  • Je mag alleen kaarten aanleggen als je aan de beurt bent.
  • Je mag aan alle fasen zoveel kaarten aanleggen als je wil.
  • Je kunt je eigen fasen of die van een andere speler gebruiken, zolang je kaarten maar passen bij de kaarten die al op tafel liggen.

Stap 4: Een kaart op de aflegstapel leggen en je beurt beëindigen

Beëindig je beurt door een van je kaarten met de afbeelding omhoog op de aflegstapel te leggen.

Ronde beëindigen

Nadat een fase is gehaald, proberen de spelers zo snel mogelijk de overgebleven kaarten kwijt te spelen. Als je uit bent, is de ronde voor iedereen afgelopen. Om uit te gaan, moet je al je kaarten wegspelen door ze aan te leggen bij andere fasen of je laatste kaart op de aflegstapel leggen (of een combinatie hiervan). De speler die het eerst alle kaarten kwijt is, wint de ronde. De speler die de ronde heeft gewonnen en alle spelers die hun fase hebben gehaald, starten in de volgende ronde met een nieuwe fase. De overige spelers moeten nog wel die fase uitspelen. De spelers tellen de kaarten die ze nog over hebben bij elkaar op (hoe minder kaarten, hoe beter).

Puntentelling

Je hebt nodig: papier en een pen om de score voor elke speler bij te houden. De winnaar van de ronde krijgt nul punten. De andere spelers krijgen punten voor alle kaarten die ze nog over hebben. Dit gaat als volgt:

  • 5 punten voor elke kaart met een cijfer van 1-9
  • 10 punten voor elke kaart met een cijfer van 10-12
  • 15 punten voor elke pestkaart
  • 25 punten voor elke joker

De speler krijgt alleen strafpunten voor de kaarten die niet zijn kwijtgespeeld, dus niet voor de kaarten die al op tafel zijn gelegd. Nadat de punten zijn opgeschreven, is de speler links van de gever aan de beurt om te geven. Alle kaarten worden geschud en gedeeld en de volgende ronde begint.

De winnaar

Je wint het spel als je de tien fasen allemaal voltooid hebt. Als twee of meer spelers in dezelfde ronde fase 10 halen, is de speler met de minste punten de winnaar. Bij gelijkspel spelen die evenveel punten hebben de 10de fase opnieuw. De eerste speler die alle kaarten kwijt is, is de winnaar.

Variaties

De spelers spelen 10 rondes. Alle spelers gaan na elke ronde door naar de volgende fase, ook als ze de huidige fase niet hebben gehaald. In de eerste ronde proberen de spelers dan fase 1 te halen, in ronde twee proberen ze fase 2 te halen, enz. Na het spelen van 10 rondes, is de speler met het laagste aantal punten de winnaar.

De spelers beslissen hoeveel fasen moeten worden gehaald om te winnen. Beslis hoeveel fasen moeten worden gehaald voordat je gaat spelen. Alle andere regels blijven gelijk. Deze variatie verkort het spel.

Review Phase 10

Wij hebben Phase 10 uitgeprobeerd en vinden het een erg leuk kaartspel. Het is een simpel kaartspel om aan nieuwe mensen te leren en je kan het lekker makkelijk meenemen. Wat we wel een nadeel vinden is dat het best wel lang kan duren als je met meerdere bent. Wij waren met z'n 4en een keer 1,5 uur bezig, toen zijn we gestopt omdat we het te lang vonden duren. Om dit probleem op te lossen kan je wel bovenstaande variaties toepassen.